-
1 een trouwbelofte doen
een trouwbelofte doengive one's promise/marriage vows; 〈 verouderd en anglicaanse kerk〉 plight one's trothVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een trouwbelofte doen
-
2 trouwbelofte
♦voorbeelden:1 een trouwbelofte doen • give one's promise/marriage vows; 〈 verouderd en anglicaanse kerk〉 plight one's trothde trouwbelofte verbreken • break one's promise of marriage; break one's marriage vows 〈 door overspel〉
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский